De aardappels zijn inmiddels ook alweer gerooid. Door het koude voorjaar zijn de aardappels helaas redelijk laat gepoot en is de opbrengst niet erg hoog. Ze smaken echter voortreffelijk en er is geen indicatie van enige ziekte. De aardappels hebben zelf hun weg in de bodem moeten vinden na het poten en er heeft geen grondberoering plaatsgevonden. Het was mooi om te zien hoe de aardappels groeiden naast de mix van planten die in symbiose de aardappels gezond dienden te houden. Ook nu nog is het perceel, een door vogels, druk bezochte plek. De huidige standaard manier van aardappels telen is een intensieve manier van telen voor de bodem, dat blijkt via de regeneratieve manier een stuk minder belastend. Tijdens de groeiperiode is geen gewasbescherming, insecticide of kunstmest gebruikt. Desondanks is er geen plaag van bijvoorbeeld coloradokevers ontstaan. De kevers die er waren leken moeite hebben om de aardappels te vinden en werden aangepakt door de lieveheersbeestjes. Volgend jaar gaan wij de teelt proberen te verfijnen. Gezien de opbrengst van enkele planten geeft voor mij aan dat deze regeneratieve manier van aardappels telen zeker kan werken.
Omdat de aardappels zo heerlijk smaken, begin ik mij wel eens af te vragen wat de ideale opbrengst van een aardappel eigenlijk is. In ieder geval ga ik proberen om deze lekkere smaak vast te houden in de volgende teelt en niet alleen op kilo opbrengst te focussen.